‘We brengen rust’
Ambulanceverpleegkundige
‘Ik heb geen dokter naast mij staan die zegt wat ik moet doen, maar ik werk zeker niet alleen. De ambulancechauffeur en ik zijn een hecht team. We zijn sterk op elkaar ingespeeld.’
Marcel werkt als ambulanceverpleegkundige vanuit de locatie Alphen aan den Rijn.
‘Op de ambulance ben ik eindverantwoordelijk voor de medische zorg. Als ambulanceverpleegkundige mag je bij de patiënt medische handelingen verrichten die in een ziekenhuis alleen een arts mag doen. Zoals bijvoorbeeld intuberen waarbij ik een buisje in de luchtpijp plaats, of een infuus aanleggen, medicatie geven en defibrilleren. Ik heb dan misschien geen dokter naast mij staan die zegt wat ik moet doen, ik werk zeker niet alleen. De ambulancechauffeur en ik zijn een hecht team. We zijn sterk op elkaar ingespeeld. Wanneer we bij een kindje komen met een koortsstuip, zijn de ouders vaak enorm geschrokken. Wij brengen rust en gaan geroutineerd te werk. We zijn, als het past in de situatie, zelfs wat joviaal. Onze stemming slaat over op de patiënt en de familieleden.’
Verder kijken dan je neus lang is
‘Laatst kregen we een melding binnen over een persoon die z’n hoofd tegen een shovel had gestoten. Toen we arriveerden, lag de patiënt op de grond. Ik keek om me heen: wat kan hier zijn gebeurd? Je moet altijd verder kijken dan je neus lang is. Zijn collega, die geen Nederlands sprak, maakte met handen en voeten duidelijk wat er was gebeurd. Het bleek dat zijn lijf min of meer in elkaar was geduwd. Van buiten zag je geen schade, maar van binnen moest er van alles mis zijn. Van deze patiënt heb ik later bij de arts de scans opgevraagd. Soms wil ik precies weten wat er is beschadigd, daar leer ik weer van. Als iemand me vraagt wat ik zo leuk vind aan dit beroep, maak ik wel eens de vergelijking met een banketbakker. Hij maakt met ziel en zaligheid een prachtige taart. Ik doe hetzelfde als verpleegkundige: door mensen te helpen, verzorgen, begeleiden en voorlichting te geven, lever ik de best mogelijk zorg. En je moet er staan. Bij een groep mensen moet je kunnen zeggen: “Ik ben ambulanceverpleegkundige, mag ik er even bij?”. Je moet je plek durven innemen. Door onze kleding zijn we natuurlijk ook goed herkenbaar.
Nieuwste materialen
‘Ik ben ook Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG). In die rol ben ik zo’n twaalf weken per jaar zeven keer 24 uur oproepbaar om operationeel leiding te geven bij grotere incidenten. Een incident met chemische of nucleaire stoffen of explosieven bijvoorbeeld, of een ongeval of ramp waar drie of meer ambulances bij betrokken zijn. Ik ben dan niet met patiëntenzorg bezig, maar geef leiding aan de geneeskundige hulpverlening en stem alles wat er ter plekke moet gebeuren af met de betrokken hulpdiensten. Als ambulanceverpleegkundige kun je groeien naar en een opleiding doen voor deze functie. Ik vind het een welkome aanvulling op mijn werk als verpleegkundige. Net als mijn werk voor de Ondernemingsraad. Als OR-lid maak ik me sterk voor de werkomstandigheden van mijn collega’s en mijzelf. En die zijn bij RAV Hollands Midden heel prettig. De dienstroosters zijn goed, er is altijd vers fruit op kantoor, en ijs in de zomer. Het meeste materiaal waarmee we werken is het nieuwste van het nieuwste. We waren de eerste RAV die gingen werken met de LUCAS, een automatisch hartmassageapparaat. Nu werkt heel Nederland er mee.’